Ik zat -of beter nog, lag- naast
mijn favoriete Limburger op de achterbank van zijn auto. We hadden ons geparkeerd
langs het Albertkanaal, ergens waar niemand ons zou vinden, ergens ver weg van
de rest van de wereld. De weerman voorspelde onweer en dus hadden we besloten
dat we daar gewoon van gingen genieten. De ruiten waren aangedampt en later
zouden we de airco veel te hard moeten zetten terwijl hij me terug naar mijn
ouderlijke huis bracht.
We hadden ons op het gras langs
de weg gezet en stukjes half gesmolten pure chocolade gegeten terwijl de
donkere wolken steeds meer onze kant op kwamen. We hadden het over God en wijn.
En toen de eerste donder onze kant op kwam en de laatste fietsers zich naar
huis haastten kropen we bij elkaar op de achterbank.
Ik gaf me bloot en hij tastte
heel voorzichtig mijn grenzen af. Ging met zijn vingers langs mijn littekens en
toen ik vroeg of hij dat erg vond haalde hij nonchalant zijn schouders op. Op
zo’n manier dat enkel jongens dat kunnen. Alsof het niets was, en even was het
dat ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten