woensdag 25 april 2018

zonnetje

Leuven is heerlijk als de eerste warmte zich laat voelen. Studenten verplaatsen zich vanuit duistere koten waar de gemeenschappelijke keuken niet meer is dan een slecht verlichte kelder en laten zelfs hun vaste plekje in hun favoriete bib even voor wat het is. Het moet een merkwaardig fenomeen zijn, moest je niet weten wat mensen waren. Tientallen studenten die zich languit in de verschillende parken leggen en modemeisjes die zich voor één keer geen zorgen maken over grasvlekken op hun broek. Gezellig gekeuvel gonst door de hele stad en ontwaakt bij mij een zeker gevoel van jaloezie en weemoed. Waarom zit ik ook alweer niet meer op kot?

W. (want ja, zo noemen we hem hier nu) komt uit een hoekje van ons land en vertelde me al zo vaak met zijn zweverig -maar oh zo heerlijk- Limburgs accent dat hij het niet zo heeft met steden. Waar ik enkel mee akkoord kan gaan, mijn hartje ligt ook op het platte land, ergens in de zonnige Kempen..
Maar toen ik deze leuke man met een stabiele job, een gezond slaapritme en een verrassend propere auto naast mij had liggen in dat park in studentenland leek hij niet te klagen. Alsof ik hem luidop kon horen denken: "zo'n groen blaadje heeft z'n voordelen wel".

Soms voel ik me echt een kindje als ik naast hem zit. Niet dat hij zoveel ouder is dan ik. Maar hij lijkt zijn leven op orde te hebben en ik huppel er maar een beetje achterna. Niet dat dat me erg dwars zit, ik word er soms gewoon heel erg verlegen van. Wat -als ik eerlijk ben- heel erg fijn voelt.
Maar het was ook gewoon leuk dat deze zelfzekere, positieve man met verstand van techniek en praktische baan ook erg gefrustreerd werd omdat hij geen idee had hoe hij in godsnaam mijn jurk moest uitkrijgen. Ik ben vast niet de enige zijn die zich zo nu en dan terug als een onhandige tiener voelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten